‘Hoe maak ik tijd voor mezelf met jonge kinderen, een veeleisende baan en een nieuwe baas die verwacht dat ik altijd beschikbaar ben’, verzucht mijn cliënt. Deze jonge vader werkt al ruim een jaar thuis en combineert online werken zoals zovelen momenteel met het zorgen voor een gezin. Het lijkt het wel of er niet genoeg uren in de dag zitten om ook nog tijd voor zichzelf in te plannen. Tijd die hij wel hard nodig heeft om op te laden. Dus staat hij ‘s ochtends om half 5 op om te gaan hardlopen voordat iedereen wakker wordt. Met als gevolg een chronisch slaapgebrek. Heel voorzichtig heeft hij wel eens geprobeerd om een uurtje overdag in te plannen in zijn werkagenda, maar daar wordt door anderen meestal overheen gepland en dan laat hij het zo. Bang om gemist te worden, bang om iets te missen en vooral bang dat zijn nieuwe baas hem niet goed genoeg vindt. ‘Mijn baas komt uit de intelligence, hij verwacht dat iedereen altijd paraat staat. ‘Hoe weet je dat’ vroeg ik hem. Hij was even van zijn stuk gebracht door deze vraag, maar vrij snel zag ik de kwartjes vallen. Het bleek dat hij helemaal niets wist van de verwachtingen van zijn nieuwe baas. Het waren zijn eigen interpretaties, gezien de achtergrond van de man. Door die interpretaties als feiten aan te nemen, bleef hij daar naar handelen: altijd paraat staan en tijd voor zichzelf onmiddellijk opofferen omdat hij dacht dat dat van hem verwacht werd.
Per dag hebben we zo’n 40 tot 60 duizend gedachten. Daar kunnen we niets aan doen. Sommige van die gedachten helpen ons niet, integendeel, ze beperken ons. Denk aan oordelen over jezelf, piekeren, of het uitdenken van ramp scenario’s. Als we deze gedachten aannemen als feit en er naar gaan handelen, ontstaan gedachtepatronen die werken als een hamstermolen waar je maar moeilijk uit los komt. Die patronen kunnen bijvoorbeeld gebaseerd zijn op eerdere negatieve ervaringen (dus zal het nu ook wel weer zo gaan) of omdat we denken te weten wat iemand anders vindt of denkt, zoals mijn cliënt. Uit eigen ervaring weet ik dat je je eigen hamstermolen niet gemakkelijk herkent. Je kunt wel iemand anders daarbij helpen. Je herkent een hamstermolen aan het veelvuldig gebruik van woorden als ‘nooit’, ‘altijd’, ‘zie je wel’ en ook aan stellige beweringen die niet onderbouwd zijn. Stel open vragen als: wat voor bewijs heb je hiervoor? Welke andere verklaring kan er zijn? Hoe kan je er ook naar kijken?
Ik moet denken aan een druilerige ochtend in april 1994. Ik was bij m’n ouders thuis en ik moest die dag voor de 4e keer afrijden. Als ik schrijf dat ik het somber inzag dan is dat bepaald een understatement. Ik was immers 3x gezakt, de laatste keer zelfs door een ingreep van de examinator, het zou wel nooit lukken. Mijn moeder zag het, plantte mij op de bank en vroeg gedecideerd: ‘zie jij jezelf als bestuurder?’ Ik weet nog hoe mijn gevoel op slag veranderde toen ik volmondig ‘ja’ antwoordde. Aan het einde van het gesprekje voegde ze er nog achteloos aan toe: ‘en anders probeer je het gewoon nog een keer’. Voila: gedachtepatroon veranderd en druk van de ketel. Ik was uit de hamstermolen. Wat denk je? Geslaagd! Wat een top coach, die moeder van mij;-).